Het leven gaat door en het gemis ook …
- Petra Portengen
- 12 jun
- 3 minuten om te lezen
Het neefje van Menno trouwde afgelopen weekeinde. Een prachtig feest met een nog mooier bruidspaar dat de liefde voluit viert.
Vanwege de familiesamenstelling aan Menno zijn kant was ik die dag de enige soort-van-tante aan moeders zijde. Na het overlijden van Menno hebben zijn zus en ik altijd fijn contact gehouden. Ben ik altijd onderdeel van de familie gebleven. In deze familie betekent dit ook dat we op de sterfdag en geboortedag van Menno zijn andere neefje (de broer van de bruidegom) bij elkaar komen. We rouwen en herdenken met elkaar. Ook vieren we op gepaste momenten het leven en zoals afgelopen zondag de liefde samen. Hoewel ik geen 24/7 rouwverdriet meer heb, kwam het die dag behoorlijk binnen. Het gemis om Menno en ook de tranen vanwege het feit dat Maarten, het andere neefje en broer van de bruidegom, er deze dag niet bij was maakte mij verdrietig. Het begon al toen de bruidegom met zijn moeder binnenkwam. Ik raakte ontroerd. Hen beide zo intens gelukkig te zien was reden genoeg om de eerste tranen over mijn wangen te laten lopen. Tijdens de trouwceremonie werd de afwezigheid van Maarten benoemd en nieuwe tranen rolden over mijn wangen. In de wetenschap dat ik ’s avonds tijdens het diner mijn speech uit naam van Menno zou opdragen, ben ik met een brok in mijn keel de rest van de middag doorgekomen. Na het diner zijn we overigens los gegaan op de dansvloer en hebben we onwijs veel plezier gehad!
Ontroerde tranen van geluk en intense tranen van het gemis lopen soms onherkenbaar door elkaar-heen. Eenieder die rouwt zal dit herkennen. Of de persoon die je mist nu 25, 22, 20, 5, 3 of 2 jaar dood is, de tranen (kunnen en mogen) blijven vloeien. Soms weet ik eerlijk gezegd moeilijk te omschrijven om wie ik huil. Ik denk dat ik soms echt tegelijkertijd ween om het gemis van Eduard, mijn vader, Maarten, Henk, Menno en mijn moeder. Dat al het verdriet in de vorm van traanvocht er in een keer uit moet om los te komen en weer verder te kunnen.
Een opeenstapeling van levensbepalende verlieservaringen kan verschillende signalen afgeven. Van oververmoeidheid, want rouwen is hard werken, tot grens-overstijgende-bedrijvigheid. Dit laatste zie ik ook regelmatig. Men gaat steeds harder werker, meer hooi op hun vork nemen om het gemis te compenseren. Ik herken dit gedrag overigens. Dit heb ik in het verleden meerdere malen gedaan. En wat het ook is en hoe je het doet, alles is goed! Alle emoties die zich aandienen mag je omarmen, en in welke vorm dan ook kijk het in jouw rouwtempo serieus in de ogen. Kom je er alleen moeizaam doorheen, vraag hulp. Echt, het gaat je helpen. Zo was ik na het overlijden van Menno boos. Zonder goed te kunnen duiden wat mij kwaad maakte, kon ik gigantisch uit mijn slof schieten. Ik heb hulp gezocht en kwam bij een geweldige therapeute die mij hielp in mijn vindt-tocht naar de onderliggende emotie van mijn agressie op dat moment. En dat was verdriet. Pure verdriet! Naast een aantal sessies met haar, ben ik met een personal trainer gaan kickboksen waardoor ik heerlijk mijn frustratie op een bokszak kon uitleven. Binnen een jaar overleed mijn moeder. Ik voelde eenzelfde-soort emotie ontstaan die ik direct herkende als verdriet. Ik kon mij daardoor op een totaal andere manier in de rouw bewegen.
Als rouwvrouw en in mijn praktijk voor verlies, rouw en stervensbegeleiding neem ik natuurlijk mijn levensbepalende verlieservaringen en mijn expertise omtrent rouw mee. Ik laat mijn cliënten ontdekken op welke wijze zij (kunnen) rouwen. Welke rouwruimte zij nodig hebben om in het leven ook weer de tranen van geluk te kunnen voelen. Want uiteindelijk gaat het leven door en het gemis ook!
En wat bij het gemis komt kijken, en in welke vorm dan ook … blijf het in de ogen kijken. Erken en omarm je verdriet. Want dit kan nog steeds, zelfs na 25, 22 of 20 jaar nodig zijn om los te komen en weer verder te gaan.

Rouw kent vele gezichten. Naast boosheid - die vaak de bovenlaag vormt van een dieper verdriet - zijn er ook gevoelens van leegte, schuld, verwarring, schaamte, angst of zelfs opluchting. Rouw kan zich uiten in slapeloosheid, lichamelijke spanning of juist een verlammende moeheid. Wat al deze vormen gemeen hebben, is dat ze diep menselijk zijn en om erkenning vragen.
Daarom is het zó waardevol om erover te kunnen praten met lotgenoten. Niet omdat zij jouw verlies precies begrijpen, maar omdat zij weten hoe het voelt om iets of iemand onherroepelijk kwijt te raken. Dat schept een herkenning waarin je jezelf even niet hoeft uit te leggen. Lotgenoten spiegelen niet alleen het verdriet, maar ook de manieren waarop ze er zelf mee…